donderdag 30 oktober 2014

Literatuur

Dam, A. van. & Wolf, A. de. (2014). Op een dag…: Vijftig voorleesverhalen over feesten, tradities en gebruiken. Houten: Van Holkema & Warendorf

Haverkort, F. , Lei, R. van. der. & Noordam L. (2010) Eigenwijs: liedbundel voor kinderen van 4-12 jaar (2e dr.). Born: Stichting der bevordering van de Muzikale Vorming

Nooij, H. de. (2012). Kijk op spel: Drama voor de Pabo (3e dr.). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Onna, J. van. & Jacobse, A. (2013). Laat maar zien: Didactiek voor beeldend onderwijs (4e dr.). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Vrolijk, R. (2013) Nieuw geluid (2e dr.). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers

Feedback

Voor dit blog gelden een aantal criteria. Éen daarvan is het feedback geven op en ontvangen van (en evt. verwerken van) medestudenten. Dat heb ik als volgt gedaan:

Beeldende Vorming:

Ik heb samen met Laurie Kist feedback gegeven op de Jugendstil posters van Gerben Bakker en Jacco Heijblom. Ik ga er van uit dat ze er wat mee hebben gedaan en dat het terug te vinden is op hun blogs. Ook hebben zij ons feedback gegeven op onze Jugendstil posters. Die is bij mij hier terug te vinden. De feedback heb ik verwerkt in mijn reflectieformulier.

Drama:

Ik heb feedback gegeven op ons eigen product (de instructiefilm dans). Deze feedback is terug te vinden onder het label drama. Hier is ook de feedback op een andere film terug te vinden in de vorm van een schema. Ons groepje heeft feedback gekregen van Robin Waninge en Eline Meerbeek.

Muziek:

Ik heb de luisteropdracht van Laurie Kist feedback gegeven. Dat heeft zij verwerkt in haar blog. Haar feedback op mijn luisteropdracht en mijn verwerking daarvan zijn terug te vinden in mijn eigen luisteropdracht.

Stage dinsdag 28/10

De herfstvakantie zit er weer op. Ik zal het kort houden en alleen mijn les bespreken.

Dinsdag

Dinsdag heb ik mijn eerste natuur les gegeven! Het ging over paddestoelen. De kinderen mochten van mij champignons onderzoeken. Eerst heb ik een gedicht voorgelezen en het er aan de hand van afbeeldingen met ze over paddestoelen en de herfst gehad. Vervolgens mochten ze champignons onderzoeken. Pas daarna gaf ik ze twee werkbladen om hun bevindingen op te schrijven. Het is namelijk belangrijk dat de kinderen eerst aanrommelen en kijken. De les ging vrij goed en de kinderen vonden het heel leuk. Volgens mij was het wel goed voor ze om eens bewust hiermee bezig te zijn. De les heb ik afgesloten met een bespreking en een filmpje. 

De volgende keer wil ik graag goede afspraken maken met de kinderen. Ik vond het namelijk veel te druk en er werd door mij heen gepraat. Dat heb ik wel benoemd, maar het kan beter. Ook wil ik mijn volgende (natuur) les beter voorbereiden qua achtergrondinformatie. Ik moet precies weten wat ik ga vertellen. De volgende keer schrijf ik alles uit wat ik wil vertellen en maak ik afspraken met de kinderen. Al met al was de les redelijk geslaagd aangezien het de eerste keer was. En met de inhoud van de les ben ik ook tevreden.

Mijn kijk op drama en beschouwing op onze instructiefilm dans

Onder de beschouwing versta ik reflectie, evaluatie en feedback.

Drama en theater zijn belangrijk voor de samenleving. Het zorgt ervoor dat mensen samen worden gebracht en zet mensen aan tot nadenken. Het is een bron van vermaak en je kan je fantasie de vrije loop laten gaan of geïnspireerd worden. Ik zie het als een creatief fenomeen. Een toneelstuk bevat ook muziek en beeldende kunst. Je ziet het eigenlijk overal. Het hoeft niet per se een stuk te zijn, want het kan namelijk ook een mime speler op straat zijn. Ik heb een jaar op toneel gezeten. Ik vind het leuk om een stuk te spelen, maar niet om te moeten improviseren. Het duurt vaak lang voor ik het punt bereikt heb dat ik echt durf te spelen. Ik zie wel in dat het een belangrijk vak is voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, maar ik voel me er niet bepaald op mijn gemak bij.

In de cursus drama heb ik ideeën opgedaan voor kleine activiteiten om mee te beginnen. Ook heb ik geleerd over verschillende werkvormen zoals dans, hoorspel, tableaus en het objectenspel. Verder heb ik gewerkt aan mijn eigen professionele ontwikkeling. Eigenlijk vond ik drie bijeenkomsten te weinig om daar echt goed aan te werken. Ik heb wel veel geleerd van het maken van de instructiefilm.

Samen met Gerben Bakker, Sanne Okkerse, Tjerk Goselink en Rachèl Spans heb ik de instructiefilm voor de werkvorm dans gemaakt. We hadden allemaal een scène bedacht en opgeschreven dus konden we meteen aan de slag. Volgens mij is de film aardig goed gelukt. Het voldoet inhoudelijk aan de meeste criteria zoals de werkvorm-in-werking-scene en de detail-scenes, maar we zijn vergeten om een paar belangrijke dingen te vermelden zoals de datum. Ook kwam het thema feest niet aan de orde. Desalniettemin kan de aankomende leerkracht hier wel mee uit de voeten.

De samenwerking vond ik goed gaan. Het was moeilijk om eraan te beginnen, maar na goed overlegd te hebben en veel te hebben uitgeschreven zijn we er wel uitgekomen. We hebben allemaal wat gedaan en met elkaar meegedacht. Ik had er plezier in en het was gezellig.

woensdag 29 oktober 2014

Jan en de Jugendstilposter - affiche

Hieronder de voorbereidende opdracht, de procesfoto's, de feedback en het reflectieformulier

Voorbereidende opdracht


Ik ken geen producten of posters die gemaakt zijn in de stijl van Jugendstil. Typerend voor Jugendstil vind ik de vloeiende lijnen en de drukke patronen. Er is nooit een centimeter over. Vaak staat er ook een vrouw centraal in het werk. Ik zou graag een poster willen maken voor de film Brave (2012).

Hieronder de belangrijkste afbeeldingen die als inspiratie hebben gediend: (ik had er meer, maar die zijn niet relevant voor mijn werk dus die laat ik niet zien).

 

De functie van de eerste afbeelding (Merida) is naar mijn inzien narratief. De afbeelding laat zien wie Merida is, en in welke tijd ze ongeveer leeft. Bij dit beeld denk ik meteen aan het verhaal van de film.

Procesfoto’s

Hieronder de procesfoto's en het eindproduct. Ik heb de poster niet afgekregen. Graag had ik nog vloeiende lijnen op de achtergrond gemaakt om het meer in de stijl van Jugendstil te krijgen. Pas toen ik thuis kwam zag ik dat ik de pijl ben vergeten. Nu houdt Merida alleen een boog vast. Het geeft wel een gek effect vind ik.


 

 





Feedback Jacco en Gerben




Reflectieformulier

De feedback van Jacco en Gerben heb ik geprobeerd te verwerken in mijn reflectie.

Component
Beschrijving
1
2
3
4
5
Betekenis
Ik heb de opdracht verwerkt door een jugendstilposter te maken voor de film Brave. Het poster is van de hoofdpersoon, Merida. Bij jugendstil denk ik aan de vloeiende lijnen van de natuur en aan vintage. Bij het eindproduct is het duidelijk waar het om gaat.





x
Vorm
In mijn werk heb ik de beeldaspecten kleur en compositie gebruikt. Kleur zie je terug aan het oranje dat fel afsteekt tegen het heldere blauw. Dit geeft een groot contrast. Compositie is te zien aan Merida die schuin in de wind op een heuvel staat. De letters van Brave heb ik expres op de heuvel gezet. De vormen van Jugendstil zie je terug in het haar van Merida en de letters van Brave. Verder is het niet zo goed te zien omdat ik niet ben toegekomen aan de achtergrond.



x


Materie
Ik heb gewerkt met soft pastel op een vel A5. Ik werk liever met potlood omdat je daarmee kan schetsen. Soft pastel vlekt te veel naar mijn zin. Bovendien braken de krijtjes snel.




x

Beschouwing
Ik heb me laten inspireren door verschillende jugendstil posters, en door een animatie van Merida (zie voorbereiding). Het beeld van Merida heeft mij informatie gegeven over de kleur en compositie. De jugendstil posters hebben mij meer een blik laten werpen op de stijl, de vormen, de letters en ook op de compositie. In mijn werk (zie procesfoto’s) zie je dit terug aan de positie van Merida, de felle kleuren en de letters van Brave.


x


Werkwijze
Het was de bedoeling om het pastel te draaien (scherpe punt of juist een vlak uiteinde) zodat je verschil kon creëren. Ik heb geprobeerd om de kleuren in elkaar over te laten lopen door te vegen maar dat was lastig. Ik vond het leuk om hiermee te werken omdat ik het nog nooit had gedaan.




x


Onderzoek
Als eerst heb ik een kader getekend. Vervolgens heb ik eerst op een A4 de vorm van Merida uitgeprobeerd. Daarna heb ik haar geschetst en vervolgens met een vloeiende lijn gemaakt. Als laatst heb ik het haar en de boog gemaakt. Toen dat af was heb ik de details gedaan en de letters gemaakt. Ik heb er voor gekozen om eerst de grove vorm van Merida te schetsen zodat ik een goede indeling op het papier kon maken. De andere 5 componenten heb ik meegenomen door goed naar mijn voorbereiding te kijken en het krijt uit te testen op een A4.



x


Eindoordeel:

Wat vind je geslaagd? Leg uit.

Het haar vind ik geslaagd omdat je daar het best de vloeiende lijnen in terug ziet.

Wat kon beter? Waarom?

Ik had meer jugendstil kunnen later terugkomen. Het is nu iets meer een tekening geworden. Als ik meer tijd had gehad, dan had ik op de achtergrond nog mooie vloeiende lijnen getrokken in het groen.


Instructiefilm Dans

vrijdag 24 oktober 2014

Luisteropdracht

Het stuk dat ik voor mijn luisteropdracht heb gekozen heet Sherlock Theme van het programma Sherlock op de BBC. Ik heb dit stuk gekozen omdat ik het avontuurlijk vind.



Ik vind de analytische en de creatieve luisterstijl toepasselijk bij dit muziekstuk. Analytisch omdat er een duidelijke opbouw in het stuk zit, en vanwege de verschillen in klanksterkte en klankduur. Verder zitten er ook duidelijk verschillende instrumenten in verweven. Ook vind ik de creatieve luisterstijl goed bij het stuk passen omdat het een heel spannend en avontuurlijk stuk is. Dat nodigt uit tot het creëren van een beeldend product zoals een tekening van een spannende situatie.

Als ik me verplaats in een kind uit de bovenbouw dan denk dat ze het een spannend stuk vinden. Het is vrij zware muziek met veel lagen waardoor ze misschien denken aan ‘het donker’. Het zou vanwege de opbouw van het stuk kunnen dat ze denken aan een achtervolging en aan iemand die aan het rennen is.

De leerlingen ontdekken:
-          De overgangen in het muziekstuk
-          De verschillen in tempo, melodie, klankkleur en klanksterkte
-          Een beeld bij het muziekstuk

Het analytische aspect laat ik terugkomen aan de hand van luistervragen, en het creatieve aspect aan de hand van een beeldende opdracht. Ook heb ik nog een combinatieopdracht bedacht van analytisch en creatief samen. In zijn geheel vormen deze drie opdrachten een lesactiviteit.

Luistervragen: (Analytische luisterstijl)

-          Waar denk je aan als je dit stuk hoort?
-          Aan welke plaats denk je?
-          Welke instrumenten hoor je?
-          Hoeveel overgangen zijn er?
-          Hoe vaak wordt er van tempo gewisseld?

Combinatieopdracht (Analytisch en creatief)

De leerlingen krijgen A3 papier. Ze gaan met de muziek mee tekenen aan de hand van lijnen en stippen. Bij een langzaam gedeelte kunnen ze dan bijvoorbeeld stipjes zetten, en als het weer sneller gaat dan strakke lijnen die omhoog en omlaag gaan. Als de muziek rustiger wordt dan kan er een vloeiende (golf)lijn getekend worden. Bij een spannend druk stuk passen grotere symbolen zoals cirkels. Als ze deze basisvorm hebben, dan kan er een grafische partituur van gemaakt worden. Dit mag heel globaal. Laat tijdens de opdracht de muziek meerdere keren afspelen. Je kan de muziek in vier gedeelten verdelen zodat het iets overzichtelijker wordt en zodat de leerlingen zich beter kunnen focussen op een bepaald gedeelte van het stuk. Dan hebben ze ook meer tijd om na te denken over wat ze tekenen en hoe ze een bepaald gedeelte willen weergeven.

Beeldende opdracht (Creatieve luisterstijl)

De leerlingen krijgen A4 papier. Dan mogen ze terwijl ze de muziek luisteren een spannend beeld tekenen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die zich verstopt of iemand die aan het rennen is. De muziek wordt tijdens het tekenen herhaald. Bespreek na afloop aan wat voor spannende situatie de kinderen dachten bij dit muziekstuk en laat ze vertellen over hun tekening.

De leerlingen zijn tijdens deze lesactiviteit bezig met analyseren, noteren en creëren. Door de luistervragen  leren ze goed te luisteren naar de muziek vanuit verschillende invalshoeken. Doordat ze een grafische partituur maken zijn ze actief betrokken bij het muziekstuk. Ten slotte vormen ze zich een beeld bij het stuk m.b.v. het maken van de tekening.

Bij deze lesactiviteit wordt gebruik gemaakt van de volgende didactische werkvormen:

Inleiding, instructie, opdrachten en evaluatie. De inleiding en de instructie zijn klassikaal. De opdrachten zijn individueel. De evaluatie kan zowel individueel (leerkracht-leerling), samen (leerling-leerling) als klassikaal zijn. Bij de opdrachten kan slechts gebruik worden gemaakt van coöperatief leren bij de evaluatie. De kinderen kunnen het dan binnen hun groepje nabespreken.

Als opening van de les maak ik het lokaal donker en vertel ik een spannend verhaal.
De leerlingen raken dan alvast in de stemming.

Bij de evaluatie wil ik de kinderen coöperatief laten werken. Dit is na afloop van alle
activiteiten. Iedere leerling heeft zijn grafische partituur en tekening op tafel liggen. Ieder
groepje krijgt een vingerpoppetje. De kinderen gaan aan elkaar vertellen wat ze gemaakt
hebben, waarom en hoe ze dat gedaan hebben. Eerst krijgt iedereen één minuut bedenktijd.
Dan krijgt per groepje één kind het poppetje. Dat kind mag vertellen terwijl de andere
luisteren. Daarna wordt het poppetje doorgegeven aan het volgende kind. Als iedereen
heeft verteld mag één kind doen alsof hij/zij een ander is en zijn verhaal zo goed mogelijk
navertellen, terwijl de klas raad wie zijn verhaal hij/zij vertelt. Bij ieder groepje mag één kind
dit doen.

Feedback van Laurie

Wat een goed stuk, erg geschikt voor deze opdracht vind ik. Je onderbouwt heel goed 
waarom je het  hebt gekeken. Ik heb zelf de luisteropdrachten uitgevoerd en de meeste 
vragen kunnen de kinderen denk ik goed beantwoorden alleen de vraag 'hoeveel 
overgangen zijn er' vind ik iets te vaag. Ik snap niet zo goed wat je ermee bedoeld. 
Dat komt misschien omdat de vraag te breed is, je zou hem iets concreter kunnen maken 
door te vragen naar een overgang is tempo of sfeer (wat je in de laatste vraag vraagt van 
de kinderen). Ook zou je misschien iets meer met de opbouw van het nummer kunnen doen
want die is erg interessant!

Ik hoop dat je er wat aan hebt. Het zijn echt details, je kan zien dat je er goed over 
nagedacht hebt en daardoor zit de opdracht goed in elkaar!

Verwerking feedback

Ik heb het met de feedback van Laurie eens. Ik heb er inderdaad goed over 
nagedacht en aardig wat werk aan gehad. Ik begrijp dat de vraag “hoeveel 
overgangen zijn er?”  misschien wat te breed is. Deze zal ik er dan ook uithalen. Om
wat met de opbouw van het nummer te doen vind ik nog wat lastig, maar dat is wel 
een goed idee om over na te denken.



donderdag 23 oktober 2014

Mijn feedback op de instructiefilm Hoorspel

Hier volgt mijn feedback a.d.h.v het feedbackformulier op de instructiefilm Hoorspel. In het blauw zie je wat ik geschreven heb.


Feedbackformulier Instructiefilm BP 1.1.1. Kunstvaardig
Jouw naam is: Bridget van de Grootevheen
Ik heb een instructiefilm bekeken met de werkvorm:
Hoorspel
Deze film is gemaakt door de volgende studenten:

Jacco Heijblom, Judith Priester, Esther Koelewijn, Leon Graafland en Daan de Vries
De film is een goed middel om aankomende leerkrachten te ondersteunen bij het aanbieden van een drama/dans werkvorm voor een bovenbouwgroep van 25 – 30 leerlingen

Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Het filmpje is helder, het verloop van de les is duidelijk uitgelegd en de aandachtspunten zijn allemaal aan bod gekomen.
Duidelijk wordt hoe een aankomende leerkracht deze drama/ dans werkvorm aan kan bieden aan een bovenbouw klas van het basisonderwijs: Een leek zou door de getoonde stappen te volgen tot een dergelijke uitvoering van de werkvorm moeten kunnen komen
Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Alle stappen zijn aanwezig en duidelijk. Er zijn meerdere ideeën voor een warming-up en voor een goede afsluiting.
In de film is de onderstaande informatie verwerkt:
  • De naam van de werkvorm, met een korte toelichting van de werkvorm
  • Mogelijke lesdoelen  (zie dramadoelstellingen H2.2 van het dramaboek ‘Kijk op Spel’)
  • Welke bron is gekozen n.a.v. het thema van de Kinderboekenweek van dit jaar
  • Hoe deze bron is verwerkt in de uitvoering van de werkvorm
  • Welke voorbereidingen er nodig zijn om deze werkvorm met 25 – 30 leerlingen uit te voeren
Onvoledoende/voldoende/goed
Motivatie:
De naam en toelichting van de werkvorm zijn gegeven. Mogelijke lesdoelen zijn wat vaag maar er wel uit te halen. Er is geen speciefieke bron genoemd en verwerkt m.b.t de kinderboekenweek, maar er is wel een verwijzing/suggestie naar gedaan. Eventuele lesvoorbereidingen ontbreken.
In de film is de onderstaande informatie verwerkt
  • Wie welke productierol op zich heeft genomen.
  • De datum
  • Het doel van de film (Beroepsproduct 1.1.1 Drama)
  • De naam van de Hogeschool.
Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Deze onderdelen zijn allemaal aanwezig en duidelijk zichtbaar.
Alle deelnemers van een subgroep zijn zichtbaar aanwezig in de film en spelen een rol. 
Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Iedereen is aanwezig, maar het is een beetje verwarrend dat er niet één juf/meester is die de les geeft.
In de instructiefilm zijn de volgende ‘scenes’ te herkennen:
  • De werkvorm-in-werking-scene
Studenten laten de werkvorm zien, zoals deze na de voorbereiding en oefening, in de klas uitgevoerd kan worden.
  • De detail-scenes
In een aantal heel korte scenes, laat steeds een detail zien waar je bij de uitvoering van de werkvorm in een bovenbouwgroep, op moet letten. Zie het boek ‘Kijk op Spel’ voor deze informatie.

Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Dit is verwerkt in de instructiefilm
De film heeft een prettig tempo en is boeiend, prikkelend voor de doelgroep.
Onvoldoende/voldoende/goed
Motivatie:
Soms loopt de audio niet helemaal synchroon met wat je ziet (dan begint de audio later), maar dat stoort niet. Alles is goed uitgelegd en mijn aandacht zakt niet weg.
De film duurt tussen de 4 en 5  minuten.
Ja/nee